Banjo vs. gitaar: kun je als gitarist makkelijk overschakelen?

Als je op deze pagina bent terechtgekomen ben je waarschijnlijk al een tijdje aan het twijfelen of je banjo zou leren? En zoek je een antwoord op de vraag: “banjo vs. gitaar: kun je als gitarist makkelijk overschakelen?”
Hoewel de banjo en gitaar er misschien op het eerste gezicht heel verschillend uitzien, zijn er verrassend veel overeenkomsten tussen beide instrumenten. Let wel, als ik in dit artikel spreek over een banjo, dan heb ik het in de eerste plaats over een five string banjo. In deze blogpost duiken we in de wonderlijke wereld van de banjo en gitaar en geven we duidelijk de belangrijkste verschillen en gelijkenissen aan.
Speel je al een tijdje gitaar maar twijfel je of de banjo je wel gaat liggen? Met dit artikel helpen we je op weg om een goede beslissing te kunnen nemen.
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen banjo en gitaar?
De voornaamste verschillen tussen de banjo en de gitaar zijn het aantal snaren en de stemming. Een banjo heeft in de traditionele vorm vijf snaren, terwijl de gitaar zes snaren heeft. Dit maakt de banjo tot een meer compact instrument met een andere speelstijl dan de gitaar. Banjo’s staan gestemd in GDGBD, terwijl de gitaar traditioneel gestemd is in EADGBE. Dit betekent dat de banjo een ander bereik heeft dan de gitaar, met een bijzondere bourdon/ drone snaar (de vijfde snaar), die niet aanwezig is op de gitaar.

De bourdon/drone snaar van de banjo
Het grootste verschil tussen een banjo en een gitaar is de aanwezigheid van een vijfde snaar op de banjo. Deze snaar wordt de bourdon- of dronesnaar genoemd en is uniek voor de vijf-snarige banjo. Ze is meestal gestemd in G (sol) en klinkt constant mee tijdens het spelen.
Wat deze snaar bijzonder maakt, is dat ze halverwege de hals begint, bij de vijfde fret. Hierdoor is ze korter dan de andere snaren en krijgt ze een hogere toon.
De bourdon snaar wordt vooral met de duim aangeslagen in tokkelstijlen zoals bluegrass of clawhammer. Ze klinkt als een aanhoudende noot, ook wel een drone genoemd, die steeds terugkeert in het ritme. Die constante klank geeft de banjo zijn heldere, ritmische en herkenbare geluid. Deze unieke snaar beïnvloedt dus niet alleen de bouw, maar ook de speelwijze van het instrument.
Op de gitaar komt een dergelijke bourdon snaar niet voor, en de zesde snaar is de laagste noot, meestal gestemd op een E. Gitaren hebben dus een breder bereik en zijn meer geschikt voor een breed scala aan muziekstijlen, van klassiek tot pop en rock, terwijl de banjo een kenmerkend geluid heeft dat vaak wordt geassocieerd met bluegrass, folk en country.
De overeenkomsten tussen banjo en gitaar
Hoewel de banjo en gitaar verschillende gestemd staan, zijn er ook opmerkelijke overeenkomsten. Drie van de vier melodische snaren van de banjo komen overeen met de onderste vier snaren van de gitaar. De banjo is gestemd in GDGBD, wat betekent dat de vier onderste snaren (DGBD) dezelfde stemming hebben als de onderste vier snaren van de gitaar (DGBE), met uitzondering van de onderste. Op banjo is dat een D … op gitaar een E. Dat betekent dat je die snaar op banjo (vergeleken met gitaar) een volledige toon naar beneden moet stemmen.
Zo is een banjo in veel opzichten makkelijk te begrijpen voor gitaristen die al bekend zijn met de manier waarop akkoorden en toonladders op de gitaar werken. Je kunt dan ook bijna alles van op gitaar overnemen, mits je de volledige downtune op de dunste snaar in overweging neemt. Concreet: als je een akkoord of toonladder van je gitaar overneemt op banjo, moet je telkens je noten op de onderste snaar 2 frets verder leggen.
De grootste uitdaging voor gitaristen die willen overstappen naar de banjo, is de vijfde snaar. Deze is, zoals eerder vermeld, de bourdon snaar en is geen melodische snaar.

Speeltechniek op banjo
De speeltechniek op een banjo verschilt op meerdere vlakken van die op een gitaar. Banjo’s hebben ook een hoge, heldere en ‘twangy’ toon, typisch voor traditionele Amerikaanse muziekstijlen. En tokkelen gebeurt op beide instrumenten, maar op de banjo is het vrijwel altijd de hoofdtechniek.
Typische banjotokkels wijken vaak ook sterk af van wat je op gitaar gewend bent. En je moet ook voortdurend rekening houden met de bourdon- of vijfde snaar. Die snaar vraagt om een andere duimtechniek en ritmische benadering.
Desondanks bestaan er ook andere banjo speelstijlen, zoals Dixieland of de typische tunes op een Ierse tenorbanjo. Toch is tokkelen op een five-string banjo de meest klassieke speelstijl.
Banjo vs. gitaar: kun je als gitarist makkelijk overschakelen?
Als gitarist kun je relatief makkelijk overstappen naar banjo dankzij reeds gekende vingerzettingen en toonladders. Maar je moet wel wennen aan de stemming: slechts vier snaren plus de korte bourdon snaar. De dunste snaar (hoogste toon) staat in D in plaats van in E zoals op de gitaar. Daarom kun je de akkoordvormen van gitaar hergebruiken, maar de dunste snaar moet twee frets verder. Dat geldt ook voor toonladders: dezelfde vorm, maar let op die ene snaar. Hierdoor blijft veel van je gitaartechniek bruikbaar, met een paar kleine aanpassingen. Banjo biedt dus een frisse muzikale uitdaging zonder dat je vanaf nul moet beginnen.
Samenvatting: Banjo vs. Gitaar
De keuze tussen banjo en gitaar hangt vooral af van jouw muzikale smaak. Gitaren zijn veelzijdig en geschikt voor bijna elk genre, van rock tot klassiek. Banjo’s hebben een scherper geluid en zijn ideaal voor folk, country en bluegrass. Speel je graag ritmisch en helder? Dan past de banjo misschien beter bij je. Zoek je een allround instrument met veel mogelijkheden? Dan is de gitaar een goede keuze.
Wil je banjo leren spelen, of ben je een banjo-speler die zijn vaardigheden naar een volgend niveau wil tillen? Aarzel dan niet om ons te contacteren voor meer info over de banjolessen op onze Roots Academy!